VOORWOORD

INTRODUCTIE

HET DOOPSEL

HET VORMSEL

DE BIECHT

DE EUCHARISTIE

DE ZIEKENZALVING

HET HUWELIJK

HET WIJDINGS

Je bent hier > Home >De Zeven Sacramenten>De Biecht
 

Hoewel de gelovige door het sacrament van de doop wedergeboren wordt en door het sacrament

van het vormsel de Heilige Geest ontvangt, wil dit nog niet zeggen dat hij niet meer kan zondigen.

De Bijbel leert ons dat zelfs de grootste heiligen aan de zonde werden blootgesteld. Abraham,

Isaak, Jacob, Mozes, David, enz. in het Oude Testament; Petrus, Johannes, enz. in het Nieuwe

Testament,  begingen allen zonden, hoewel ze de hoogste mate van heiligheid bezaten. Daarom

werd dit sacrament van boetedoening ingesteld zodat de zondaar terug kan keren tot God na zijn

zonden voor een priester gebiecht te hebben.

Door de macht die onze Heer Jezus Christus aan Zijn dienaren gaf, om elke zondaar die echt

berouw heeft en in Hem gelooft te vergeven, ontvangt de boetvaardige zondaar, op voorspraak

van de priester, vergeving van zonden als hij ze komt belijden.

Omdat het erg belangrijk is dat ieder zichzelf onderzoekt voor hij de heilige communie ontvangt,

wordt dit sacrament van de biecht over het algemeen uitgevoerd voor het ontvangen van de heilige communie.

"Wij moeten onszelf onderzoeken, voor wij van het brood eten en uit de beker drinken. Wie eet en drinkt zonder het lichaam te

 onderkennen, eet en drinkt zijn eigen vonnis
(1 Kor. 11:28,29)"

DE INSTELLING VAN HET SACRAMENT

Het werd ingesteld door de drievoudige belofte van de Heer:

*   Toen onze Heer Jezus Christus tegen Petrus zei na diens verklaring dat Hij de Zoon van de levende God was: "Wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat gij op aarde ontbinden zult,  zal ontbonden zijn in de hemelen" (Mt. 16:19).

*   Toen Hij alle discipelen beloofde: "Voorwaar, Ik zeg u, al wat gij op aarde bindt, zal gebonden zijn in de hemel, en al wat gij op aarde ontbindt, zal ontbonden zijn in de hemel" (Mt. 18:18).
Toen Hij hun, na zijn opstanding, hun grote taak in de wereld duidelijk maakte:  "Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. En na dit gezegd te hebben, blies Hij op hen en zeide tot hen: Ontvangt de Heilige Geest, Wie gij hun zonden kwijtscheldt, die zijn ze kwijtgescholden; wie gij ze toerekent, die zijn ze toegerekend" (Joh. 20:21-23).

HET UITERLIJKE TEKEN

Er zijn twee hoorbare tekenen in dit sacrament.

1.  De biecht van de gelovige bij de priester. De echte biecht houdt in:

*   Berouw, spijt en verdriet hebben over de begane zonden. "Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden" (Hand. 3:19).

*   De beslissing die zonden niet opnieuw te begaan. Toen de verloren zoon naar zijn vader terugkeerde, werd hij onmiddellijk vergeven en aangenomen, omdat de vader er zeker van was dat hij niet naar dat verre land zou terugkeren.

*   Geloof in de genade en de vergiffenis van God. Iedereen die bij de Heer kwam, toen Hij op aarde was, en om genade vroeg, kreeg deze blijde boodschap te horen:  "Uw zonden zijn u vergeven. " Dit was vanwege het geloof in Hem, of in ieder geval vanwege het geloof van diegenen die de smekeling bij onze Heer Jezus Christus brachten.

*   Het biechten van de zonden bij de priester, vooral van die zonden die macht over de zondaar hebben. De redenen om bij de priester te biechten zijn:
   Om door hem vergeving van alle zonden te krijgen.
-    Om als biechteling geestelijke raad te krijgen op welke manier de verleidingen te overwinnen en een  beter leven te leiden.

2.  Spreekt.

Het sacrament van de biecht wordt een geestelijk medicijn genoemd. De priester is dan te beschouwen als de geestelijke arts die alle
kwalen van de zondaren behandelt. Daarom moet hij in elk geval zo zorgvuldig mogelijk handelen. Het moet duidelijk zijn dat de
priester verplicht is alles wat hem tijdens de biecht verteld wordt, strikt geheim te houden. Deze verplichting is onvoorwaardelijk en
staat geen uitzondering toe.
Het is bindend volgens natuurlijke, goddelijke en kerkelijke wetten en wordt zelfs niet opgeheven door de dood van de biechteling.
De reden voor deze strenge regel is overduidelijk.

DE ONZICHTBARE ZEGEN

De onzichtbare zegeningen die door dit sacrament verkregen worden zijn:
1.  Vergeving van zonden.
2.  Verzoening met God.

ZONDEN DIE VERGEVEN KUNNEN WORDEN

*   De Bijbel leert ons dat elke zonde vergeven kan worden, vooropgesteld dat de zondaar in berouw tot God terugkeerd. Onze Heer Jezus Christus zei: "Daarom zeg Ik u: Alle zonden en lastering zal de mensen vergeven worden" (Mt. 12:31); "Komt, ...zegt de Here; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol'' (Jesaja 1:18).

*   De bijbel leert ook dat God bereid is iedereen te vergeven en te accepteren:  "Wie tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen"
(Joh. 6:37);  "God onze Heiland wil, dat alle mensen behouden worden en  tot erkentenis van de waarheid komen"
(1 Tim. 2:4).
David de profeet, koning en psalmist, die twee ernstige zonden beging, kreeg vergiffenis;  Petrus, die God drie keer verloochende op een erg beschamende wijze, kreeg vergiffenis; de overspelige vrouw kreeg vergiffenis:  "Jezus zeide:  Ook Ik veroordeel u niet. Ga heen, zondig van nu af niet meer!" (Joh. 8:11). Onze Heer Jezus Christus vroeg zelfs vergiffenis voor diegenen die de grootste
misdaad begingen, namelijk Zijn kruisiging.

*   In Mattheus 12:31 zien we dat "lastering van de Heilige Geest niet vergeven zal worden.
"Dit betekend dat wie het werk van de Heilige Geest verwerpt en Gods redding weigert, niet vergeven zal worden.

KERKELIJKE DISCIPLINE

In sommige gevallen acht de priester het nodig een vorm van tuchtiging op te leggen als de zondaar een ernstige zonde heeft begaan.
Bijvoorbeeld: hij kan hem berispen, hem vragen enige dagen te vasten,dagelijks enige tijd te bidden, hem zeggen geld aan de armen te geven, hem voor bepaalde tijd uitsluiten van de Heilige communie of een andere vorm van tuchtiging.

*   Dit recht werd de priester gegeven door Jezus Christus zelf. Hij gaf zijn leerlingen de macht niet alleen te binden, maar ook te ontbinden. "Wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen" (Mt. 16:19). Hij gaf hun de macht om zonden te vergeven, maar ook om ze niet te vergeven. "Wie gij hun zonden
kwijtscheldt, die zijn ze kwijtgescholden, wie gij ze toerekend, die zijn ze toegerekend"
(Joh. 20:23).

*   De apostelen zelf pasten dit toe:  "Leveren wij in de naam van de Here Jezus die man aan de satan over tot verderf van zijn vlees, opdat zijn geest behouden worde in de dag des Heren"  (1 Cor. 5:5; zie ook 2 Cor. 2:6,7 en 1 Tim. 5:20).

*   Deze maatregel werd ingesteld:
   opdat de zondaar kan inzien hoe zwaar zijn zonde is.
-    opdat het helpt zijn ziel te genezen.

Toen de zondaar in Corinthie was gestraft, had hij berouw en Paulus schreef de kerk hem te vergeven.  "Voor zo iemand is het reeds genoeg, dat het merendeel (van u) hem berispt heeft, zodat gij nu integendeel hem vergiffenis moet schenken en hem vertroosten, opdat hij niet door  overmatige droefenis overstelpt worde (2 Cor. 2:6,7)."

-    Opdat anderen bevreesd raken en niet dezelfde of hierop gelijkende zonden begaan.  "Wie in zonde leven, moet gij in aller tegenwoordigheid bestraffen, opdat ook de overige ontzag hebben" (1 Tim. 5:20).

*   De priester moet heel voorzichtig met dit recht omgaan. Hij moet inzien dat hij, zoals een dokter, de verschillende medicijnen heel zorgvuldig moet toedienen. Een lichte ziekte eist niet dezelfde medicamenten als de ernstige gevallen.  "Behandel, als een vriendelijke heelmeester, de zieke. Gebruik bepaalde medicijnen voor zijn redding. Gebruik geen zware medicijn, maar een heel lichte,
reinig zijn wonden en maak hem sterk door troostwoorden. Als de wond diep is, gebruik dan
medicijnen die het vlees helpen opbouwen. Als de wond vol etter zit, reinig hem dan met een ontsmettend middel:  d.w.z. met berispende woorden en daarna met troostwoorden. Als de wond dieper wordt, gebruik dan een sterk smeersel: d.w.z. dreig hem met de dag des oordeels. Wordt hij nog dieper, brandt hem dan uit en beveel hem enige dagen te vasten. Als je merkt dat geen enkele behandeling help, vraag dan raad van zeer ervaren heelmeesters en verwijder het aangetaste deel opdat niet alle andere kerkleden aangetast worden. Maar wees niet te snel met het  uitstoten van een lid. Wie ook maar iemand een onjuiste veroordeling geeft, krijgt die op zijn eigen  hoofd terug. Vel niet over elke zonde hetzelfde oordeel, maar onderzoek elke zonde om een passende uitspraak te
kunnen geven. Er zijn mensen die alleen verdienen dat men voor hen bidt, anderen zouden aalmoezen aan armen moeten geven, anderen moet men opdragen te vasten en weer anderen zouden voor bepaalde tijd uit de kerk geweerd moeten worden al naar gelang de begane zonden" (Didaskalia hoofdstuk 8). Deze straffen zijn niet bedoeld om Gods vergiffenis af te smeken. Niets kan
Zijn vergiffenis afsmeken behalve het bloed van Christus, dat vergoten werd voor onze verzoening. "Christus Jezus. Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel door het geloof, in Zijn Bloed, om Zijn rechtvaardigheid te tonen" (Rom. 3:25). "Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven; en door Zijn striemen zijt gij genezen" (1 Petrus 2:24).

DE BEDIENAAR VAN DIT SACRAMENT

Dit dienstwerk werd oorspronkelijk toevertrouwd aan de apostelen, zoals al eerder verteld is. Daarna werd het overgegeven aan hun opvolgers, de bisschoppen en aan de priesters die in direct contact met de mensen staan.